Wat is pensioen? Vijftien jaar geleden dachten we bij deze term aan een onbezorgde derde jeugd, een soort doorbetaalde vakantie tot de dood. ‘Hoe lang moet jij nog?’, vroegen 55-plussers elkaar in die tijd. Die gewoonte stamde uit de jaren tachtig, toen hordes zestigers vervroegd mochten stoppen met werken om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Tegenwoordig zijn deze doorbetaalde bofkonten –de vutters- zeldzamer dan een roodkeelnachtegaal in je achtertuin. De derde jeugd is namelijk peperduur geworden. Was pensioen zestig jaar geleden een korte rustperiode tot je dood, nu heeft een gepensioneerde niet zelden dertig tot veertig jaar uitkeringen nodig. En wie denkt u dat die vakantie betaalt? Zijn medefondsdeelnemers natuurlijk. Maar ondertussen lopen de middelen daarvoor gevaar door de lage rentestand en toekomstige beurscrashes. Die risico’s blijken pensioenfondsen veel meer te kunnen schaden dan de deskundigen vroeger hoopten.

Zelfs de pensioenfondsen geven eindelijk toe dat de situatie penibel is. Gerard Riemen, directeur van de Pensioenfederatie, zei begin 2016: “Als dit een slecht beursjaar wordt, en rente laag blijft, dan kijken we in 2017 aan tegen verlagingen van het pensioen voor grote aantallen deelnemers”. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor de deelnemers in Zorg en Welzijn en het ABP. Griezelig? Inderdaad, maar het werd tijd dat deze boodschap werd verteld, want absolute pensioenzekerheden zijn er al decennia niet.

Toch is het de vraag of Riemens boodschap overkomt. Want als het om pensioen gaat, regeert kortzichtigheid en eigenbelang. Op een pensioenverlaging reageren gepensioneerden steevast alsof ze bestolen zijn, terwijl hogere premies of minder opbouw jongeren onzeker maakt. Is mijn pensioen wel veilig? Zijn er alternatieven? Kan ik uit mijn fonds? Aan paniekreacties, meningen en commentaren is nooit gebrek. Maar vraag een werknemer niet hoe hoog zijn franchise of pensioengevend salaris is, of hij nabestaandenpensioen opbouwt, hoeveel pensioen hij heeft klaarstaan en of die aanspraak netjes wordt geïndexeerd. Zeventig procent heeft geen idee. Voor hen is en blijft pensioen een goochelaarshoed: ze hopen dat er een konijn uit komt, maar vrezen dat het een dode mus zal zijn.

De vergrijzing, beurscrashes en lage rente zijn trouwens niet de enige pensioenrisico’s die een individu loopt. Dompers kunnen ook ontstaan door een echtscheiding, werkloosheid, een laag salaris (met dito pensioenopbouw), gebrekkige indexatie, gaan werken als zzp’er of door hoge vaste laste lasten na de pensioendatum, bijvoorbeeld wegens een aflossingsvrije hypotheek. Tot slot kan een pensioenkrater zijn ontstaan doordat je baas je pensioenopbouw ooit (een tijdje) in een peperdure woekerpolis had ondergebracht.

Maak je pensioenriemen dus maar vast. Nee, niet door te mokken of in paniek te raken, maar door extra heipalen onder je pensioenhuis te slaan. Het waanidee is namelijk wijd verbreid dat pensioen puur draait om uitkeringen uit een fonds, van de overheid of een verzekeraar. Maar pensioen kan steunen op talloze andere pijlers. Wie na zijn pensioen kan leven van zijn vermogen zit sowieso op rozen. Ook rustgevend is een afbetaald eigen huis, want dat kunt u verkopen. Altijd lucratief is (parttime) doorwerken na pensioen in een baan of eigen zaak, iets verhuren, verdienen aan een hobby of voordeliger leven. Dat laatste lukt mogelijk in een goedkoper werelddeel, een woongroep of door participatie in de deeleconomie. Hoe meer alternatieve pensioenpijlers u benut des te veiliger en zorgelozer is uw oude dag. Het ‘Zwitserlevengevoel’ blijft natuurlijk een leugen, maar met een beetje fantasie en flexibiliteit zit een bescheiden pensioenfeestje er vast nog wel in.

Het belang van indexatie

In 2002 was een op de twee pensioenregelingen eindloonregeling, maar tegenwoordig is vrijwel alle pensioenopbouw gebaseerd op het gemiddelde salaris dat in de carrière is verdiend. Uw pensioen stijgt dus niet meer automatisch mee met de loonontwikkeling. Dat heet een middelloonregeling. Voor dit type regeling is indexatie essentieel. Want als een middelloonregeling met volledige indexatie hetzelfde zou opleveren als de vroegere eindloonregeling, dan moet ongeveer een derde van uw middelloonpensioen bestaan uit indexatietoeslagen. Maar als uw fonds die indexatie niet geeft of niet (meer) kan geven, bijvoorbeeld wegens onderdekking, dan holt uw pensioen op den duur achteruit.