De combinatie familie en geld is explosief als dynamiet. Volgens de Familiemonitor 2015 van Netwerk Notarissen heeft een kwart van de Nederlanders geen contact meer met een of meer familieleden door ruzie over geld of een erfenis. Dat is veel meer dan in 2013, toen ‘maar’ een op de zes Nederlanders omwille van geld met familie gebroken had. Ook opvallend in het onderzoek is het hoge percentage ouders (16%) dat geen contact meer heeft met kinderen. Een verbijsterende 13% van de Nederlandse ouders wil zelfs een zoon of dochter onterven. Wat een ellende allemaal.

Een familieruzie om geld begint niet zelden met een goedbedoelde gift of toezegging aan een kind. Maar hoe genereus dat ook lijkt, later kan zo’n cadeautje bij broers en zussen scheve gezichten geven. Stel een zoon is ontslagen. Daarom fourneert moeder 20 mille voor zijn studie of om een bedrijfje te starten. Pas na moeders dood ontdekt de dochter dat deze steun geen lening was, maar een belastingvrije schenking, die niet wordt verrekend met de erfenis. Ze is woedend, want haar broer –“die niksnut”- kreeg altijd al meer. Ook komt voor dat een kind een lening van de ouders niet kan terugbetalen, dat ma een gouden horloge aan meer dan één kind heeft beloofd, of dat schoonfamilie met succes stookt over schenkingen of de erfenis. En zo kan een royale geste ontaarden in een spijtzwam die een familie uit elkaar drijft. Het meest onverkwikkelijk is de situatie waarin ouders een kind onterven. Dat is een onverteerbare en onherstelbare klap voor de verstoten erfgenaam, die soms tot zelfmoord leidt.

Kortom: geld weggeven aan kinderen is minder vrijblijvend dan veel ouders denken. Twee uitgangspunten zijn essentieel voor de familieharmonie. Behandel ten eerste alle kinderen gelijk. En speel ten tweede open kaart. Die gelijke behandeling vergt enige kennis van de successiewet. Een schenking van vóór 2003 wordt namelijk in principe verrekend met de erfenis, maar een schenking vanaf 2003 juist niet (zie kader). Ook leeftijd kan veroorzaken dat het ene kind meer krijgt dan een ander. Een schenking van een ton voor een eigen huis is vanaf 2017 weer belastingvrij voor 40-minners, terwijl een 40-plus-kind er bijna 10 mille belasting over neertelt.

Gulle ouders zouden zich ook moeten afvragen of ze zich een schenking écht kunnen permitteren. Want pensioenen en zorgvoorzieningen staan onder druk, terwijl steeds meer mensen hun eeuwfeest halen. Redt u zich levenslang met het vermogen dat u na een financieel cadeautje overhoudt?

Belangrijk tot slot is het effect van ‘gratis geld’ op uw kind. Het gevaar daarvan beschrijven de Amerikaanse auteurs Thomas Stanley en William Danko in hun bestseller ‘The millionaire Next Door’. Het duo concludeert dat financiële steun voor woningaankoop veroorzaakt dat een kind (plus partner) vaak boven hun stand gaan wonen in een voor hun inkomen te dure buurt met te dure winkels, buren met een hoger uitgavenpatroon, extra energie- en andere woonlasten. Zo brengt een goedbedoelde gift een carrousel van extra uitgaven op gang. De ouders moeten dus weer bijspringen, het kind raakt afhankelijk van steun, en broers en zussen voelen zich benadeeld. Zo kan een gulle gift leiden tot de geefparadox: je wilt een kind gelukkig maken met extra armslag, maar het eindresultaat is afhankelijkheid, ontevredenheid en nazaten die elkaar de tent uitvechten om de erfenis.

Schenken met clausules

Als u een kind vóór 2003 een schenking gaf, wordt deze gift verrekend met de erfenis, tenzij in uw testament of de schenkingsakte laat vastleggen dat dit niet moet gebeuren. Maar bij een schenking vanaf 2003 gebeurt het omgekeerde: die gift wordt niet verrekend met de erfenis, tenzij u vastlegt van wel. Dat vastleggen regelt u via een inbrengclausule in uw testament of een (onderhandse) schenkingsovereenkomst. U kunt ook nog een uitsluitings- of anti-schoonzoonclausule opnemen. Dit kan voorkomen dat de helft van een schenking naar een schoonkind gaat, omdat uw nazaat in gemeenschap van goederen is getrouwd. Dat lukt ook door bij de overboeking van het geld te vermelden dat het om een ‘schenking met uitsluitingsclausule’ gaat.