Dit moet het jaar worden van stijgend optimisme, economische groei en belastingcadeautjes. De regering strooit maar liefst vijf miljard euro lastenverlichting uit over Nederland. Per doorsnee huishouding is dat 660 euro voordeel. Maar niemand is gemiddeld. De een vindt dit jaar werk, en een ander verliest zijn baan. De een is gezond, een volgende overspannen. De een huurt met subsidie, terwijl het koopappartement van zijn buurman onder water staat. De een belegt, een volgende spaart, is gepensioneerd, studerend, ondernemend, man, vrouw, zzp’er, kinderloos, alleenstaand, rijk, arm, gescheiden of getrouwd.

Reken er maar niet op dat er zomaar 660 euro in je portefeuille rolt. Een individueel huishouden is namelijk niet de economie gedeeld door 7,7 miljoen. Het is een uniek, piepklein bedrijfje –de BV Ik of de BV Wij- met eigen geldstromen, regels en belangen, die vaak compleet tegengesteld zijn aan die van de grote economie. Neem consumptie. Die vult de kassen van bedrijven en de Staat, maar leegt die van consumenten. Of een rentedaling. Dat is een meevaller voor hypotheekklanten, maar de nachtmerrie van pensioenfondsen en spaarders. Een goedkope euro bevordert de export, maar maakt import en buitenlandse vakanties duurder. Een bedrijfsreorganisatie kan een beurskoers opkrikken, maar jou je baan of inkomen kosten. En een huizenprijsstijging geeft lucht aan onder water staande huisbezitters, maar jaagt starters op de woningmarkt op kosten.

Het is dus de vraag of je in 2016, net als de gemiddelde consument van het Centraal Plan Bureau (CPB), optimistisch 2% extra moet gaan verbrassen. Dat is prima als je bulkt van de euro’s. Maar een slecht idee als je, zoals half Nederland, weinig of geen vet op je financiële botten hebt. Met een simpele rekensom bepaal je of je tot die laatste groep behoort: Deel het vermogen waar je nu vrij over kunt beschikken (minus je schulden) door het aantal euro’s dat je jaarlijks verbruikt. Is de uitkomst groter dan je levensverwachting? Dan heb je niks te vrezen. Maar hoe lager dit quotiënt –de BV Ik-ratio- des te groter je financiële risico’s. Bij een uitkomst onder de 1 dreigt acuut gevaar: Eén foute keuze of pechmoment en je bent je inkomen of spaarpot kwijt. Dat heet eigen verantwoordelijkheid.

Als je BV Ik of Wij te weinig solvabel is, moet je beslist niet, via extra consumptie, de economie gaan steunen. Een Dagobert Duck-mentaliteit is dan meer op zijn plaats. Dat pept de economie trouwens ook op, zij het indirect. Want oplettende, zuinige klanten zijn de doodsteek voor te dure tussenschakels, onzinproducten, bonussen, overbodige managementlagen en achterhaalde bedrijfstakken. De consument hoeft dus niks te steunen. Hij moet juist, zoals de eerste moderne econoom Adam Smith zei, handelen uit eigenbelang. Want als de consument op zijn eigen centen past, let de economie wel op zichzelf.

Zet daarom, in dit jaar van disruptie, stagnerende werkgelegenheid en guerrillamarketing, je BV Ik of Wij centraal, in plaats van te wachten tot de financiële sector dat doet. Wat helpt is scepsis. Want ook dit jaar zullen persvoorlichters, communicatiebureaus, marketingprofessionals, lobbyisten en verkopers selectief gekozen boodschappen verspreiden. Vermogensbeheerders zullen het weer een uitstekend moment vinden om te beleggen, vergelijkingssites om over te stappen, en makelaars en hypotheekverstrekkers om een huis te kopen. Consumeer die marktvisies kritisch. Wie beweert het? Wat is hun belang? Een gezond wantrouwen doet veel meer voor je BV Ik-ratio dan je aandeel in het belastingcadeautje van 5 miljard.

Ingeblikt geluk

Een flink bedrag op de bank geeft rust en keuzemogelijkheden. Het kan dienen als drop dead money. Wie een financiële reserve heeft, kan ‘val dood’ zeggen tegen alles en iedereen waarin hij geen interesse heeft. Je kunt zomaar een half jaar Chinees gaan studeren, een verwaarloosd pandje opknappen, een bedrijfje beginnen, een boek schrijven of de wereld rondzeilen. Je bent niet te koop, doet je eigen zin en leeft volgens je hoogst persoonlijke opvattingen. Werk dus aan een appel voor de dorst, in plaats van de economie via consumptie te steunen. Want met geld koop je vrijheid, veiligheid, keuzemogelijkheden en meer. Geld is ingeblikt geluk.