Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) luidt keer op keer de noodklok over de gebrekkige financiële vaardigheden van de jeugd. De laatste aanleiding is het Scholierenonderzoek 2016. Hieruit blijkt dat ouders vaker dan voorheen de geldzaken van hun schoolgaande kroost bestieren in plaats van de kinderen er zelf verantwoordelijk voor te maken. Drie jaar geleden betaalde 54% van de ouders alle kosten van de mobiele telefoon. Nu is dat 61%. En 56% van de ouders betaalt nu alle kleding, tegen 48% in 2013. Zelfs de aankoop van cadeaus is vaker een zaak van de ouders geworden. Drie op de tien ouders doen dat tegen 17% in 2013.

Het Nibud vindt dat ouders hun pubers meer zelf achter het ‘financiële stuur’ moeten zetten, in plaats van ze de rol van bijrijder te geven. Je leert immers niet te fietsen door bij pa of ma achterop te zitten. Dit is het algemeen geaccepteerde idee van de ideale financiële opvoeding: Je ouders brengen je financieel benul bij, leren je sparen en geld verdienen, en geven je een week- of maandbudget met instructies wat je daarmee moet doen. Zo zouden scholieren door vallen en opstaan leren om planmatig met geld om te gaan. In het ideale geval kunnen ze hun geldzaken vanaf hun achttiende verjaardag feilloos zelf beheren.

Die vaardigheid is van levensbelang. Want wie 18 jaar wordt, is van de ene op de andere dag de directeur van zijn eigen financiën; ouders staan in principe buiten spel. Als je kind dus zijn zorgtoeslag wil vergokken, tien mille wil lenen of stopt met studeren, gaat de verkoper, bank of onderwijsinstelling niet eerst u bellen om te vragen of het mag. En zo belandt een verse 18-jarige van de ene op de andere dag in het financiële wilde westen, waar verkopers hem 24/7 lokken met dure mobiele-  en sportschoolabonnementen, leningen, kopen op afbetaling en prijzige consumpties of pillen op dancefeesten. Dat gaat regelmatig helemaal mis, toont treurig onderzoek van het Nibud uit 2014. Maar liefst één op de vijf 18- tot 24-jarigen bleek al een betalingsachterstand van minimaal 2.500 euro te hebben. Vaak ging het om achterstanden bij de zorgverzekeraar of de Belastingdienst, of om openstaande boetes.

Geld in handen van jongeren is vluchtig als spiritus in het zonlicht. Dat is geen natuurwet, maar een gevolg van de manier waarop we sinds enkele decennia leven. Tot in de jaren zestig droegen veel kinderen nog trots bij aan het huishoudinkomen. Tegenwoordig zijn kinderen door ouders gefinancierde kostenposten, die vanaf hun prilste jeugd worden klaargestoomd om nóg gretiger te consumeren dan hun ouwelui. Volgens mediadeskundige John Faasse ziet een doorsnee Nederlander elke dag 1546 promotie-uitingen. Ofwel: 100 keer per uur pogen aanbieders ouders en kinderen geld uit de zak te kloppen. Nee zeggen is moeilijk, zelfs voor volwassenen met gezond verstand. Een puber wiens prefrontale cortex nog niet functioneert wordt dus zonder pardon door de marketingwolven verslonden. Geen wonder dat ouders het financiële stuur uit zijn handen trekken.

Dat maakt de financiële opvoeding niet minder belangrijk. Maar leer je kind naast sparen, verdienen en plannen vooral hoe verleidelijk en doortrapt marketing- en verkooptechnieken tegenwoordig zijn. Voed hun wantrouwen tegen reclames en argwaan tegen verkopers. Want zij zijn de kinderlokkers in schaapskleren waaraan je kroost financieel ten onder kan gaan.

18 jaar

Vanaf de 18e verjaardag is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn geldzaken. Dat vereist een flinke reeks vaardigheden. Uw kind moet zijn financiële administratie bijhouden en rekeningen tijdig betalen, waarbij hij/zij verzekeringspremies, belastingen en boetes met voorrang voldoet. Verder moet uw kind de uitgaven niet hoger laten oplopen dan de inkomsten, sparen voor het geval een financiële tegenvaller optreedt, niet lenen voor consumptie, niet rood (kunnen) staan (regel dat tijdig met de bank!), voldoende en juist verzekerd zijn, en zo nodig belastingaangifte kunnen doen om loonbelasting terug te vragen. Het is niet gek als uw kersverse 18-jarige nog niet alles in de vingers heeft. Ga tijdig met hem/haar om de tafel zitten, en vraag of u nog een tijdje mag blijven meekijken.