Net als ons zeeklimaat kent onze economie vier seizoenen. In winterse tijden, zoals vanaf 2008, is de economie lusteloos; soms rilt ze van de kou. Dat is tijdelijk, want de mens is, net als de natuur, gek op groei. Daardoor breekt altijd weer een lente aan: de economie komt weer op stoom. En voor je het weet draaien we op topsnelheid, waardoor iedereen volop werkt, consumeert, investeert en geniet. Dat is de economische zomer. Zo’n hoogconjunctuur is leuk, maar ook als balanceren op een slap koord: er komt een dag dat iets of iemand het evenwicht verstoort. En dan glijden of roetsjen we af naar de economische herfst, een recessie. De economie sukkelt dan in, alsof ze verlangt naar haar winterslaap.

De term recessie valt momenteel vaak. Maar wanneer komt ie? En hoe zwaar wordt het? Dat is altijd weer de hamvraag voor beleidsmakers, bedrijven, beleggers en speculanten. Want wie de toekomst kent, kan investeringen timen, tijdig beleid formuleren of grof geld verdienen door te gokken op koersdalingen. Dit laatste verklaart mogelijk de kakofonie aan doemscenario’s die ‘beleggingsgoeroes’ momenteel spuien in de media. Ze voorzien bijvoorbeeld: “De grootste crisis sinds de jaren 1930”, “Een langdurige, sombere periode voor de wereldeconomie” of – toe maar – “Het systeem gaat exploderen”. Niks van aantrekken, het is grootspraak of eigenbelang.

Een recessie is als je buurman zijn baan verliest. Een depressie is als jij de jouwe verliest. Ronald Reagan (1911 – 2004), 40e president van de Verenigde Staten.

Er bestaan ook serieuze peilstokken voor de economie, zoals de conjunctuurindicator van De Nederlandsche Bank. Deze economische bloedwaardentest is een mix van het consumentenvertrouwen, de verwachte bedrijvigheid in Duitsland, nieuwe productieorders, ingekochte productiematerialen en de korte rente. Bij de laatste meting voorzag deze thermometer een verdere afvlakking van de reële groei van ons bruto nationaal product in de komende negen maanden. Bij de volgende meting kun je de invloed van de Corona-crisis zien.

Moet je nu in paniek raken? En vrezen dat je geldzaken ten dode opgeschreven zijn? Lang niet altijd, want ieders situatie is anders. Bovendien is laagconjunctuur een natuurverschijnsel waar je de klok op gelijk kan zetten. Sinds 1958 beleefde Nederland acht grote en kleine recessies. Dat zijn er gemiddeld twee per vijftien jaar. Toch leven we gewoon door. Een recessie is namelijk geen Titanic, die ons allen naar de ondergang vaart. Het lijkt meer op een gewone griepepidemie. Zodra het heerst, voelt een kwart van de Nederlanders zich ineens niet helemaal lekker. Hooguit een paar procent blijft, al dan niet noodzakelijk, een poosje thuis. En een miniem clubje pechhuishoudens -doorgaans met te hoge (hypotheek)schulden- zal aan het volgende recessievirus bezwijken. Huil dus niet teveel mee met de wolven in het mediabos. Zie een recessie als een ijzige hagelbui in de donkere dagen voor de Kerst. Trotseer die met een dikke jas, das en muts, en stap lekker stevig door. Vergeet niet om te genieten van een tijdelijk wat soberder levensstijl, als dat nodig is. Of van arbeidsduurverkorting. Want voor je het weet is de bui overgedreven en moeten we er weer vol tegenaan.