Is geld goed of slecht? Een lange rij filosofen, economen, politiek leiders en schrijvers heeft de tanden al stukgebeten op deze vraag. Maar hun conclusies verschillen als dag en nacht. Want geld is goed en kwaad ineen. Het kan stabiliseren en ontwrichten. Het kan scheppen en vernietigen. Het kan mensen bijeen brengen en uit elkaar drijven. En zo kan geld kan het lot van individuen of zelfs hele naties bepalen. Daarnaast heeft geld nog een verborgen aspect. Je kunt er namelijk niet alleen dingen mee kopen of (laten) doen. Je kunt ook -zittend op je berg geld- fantaseren wat je met je fortuin zou kunnen doen. Geld kan de gekste scheppingsdromen of moordfantasieën werkelijkheid maken. Dat maakt geld de ultieme belofte. Of juist een levensgevaarlijk zwaard van Damocles. Daarom kun je je geldzaken maar beter meester zijn. Anders grijpt geld de regie en degradeert je tot slaaf.

De kracht van geld krijgt nóg een extra dimensie doordat we leven in een meritocratie. In zo’n samenleving geven hoge prestaties en uitzonderlijke capaciteiten je status. Status kroont je een beetje tot koning of koningin van je omgeving. Zomaar krijg je aandacht, eerbied, waardering, vrijheid, soms zelfs rijkdom. Met status ben je iets, je leven heeft zin. Maar helaas is het niet eenvoudig om aanzien te krijgen in een wereld met honderden miljoenen vergelijkbare en slechts enkele uitzonderlijke mensen. Niet iedereen kan de geschiedenisboeken ingaan als beroemd acteur, geëerd filosoof, uitzonderlijk ondernemer of gedenkwaardig politicus. Daardoor worden hordes mensen (onbewust) gekweld door de angst voor een sociale status die te laag is om bij anderen respect af te dwingen. De Zwitsers-Engelse filosoof Alain de Botton noemt dit statusangst. Hij schreef er het boek ‘Statusangst’ over.

Statusangst is de vrees niets voor te stellen. Wie dat lot treft, wordt in onze maatschappij over het hoofd gezien. Hij is een nobody, die eigenlijk nauwelijks bestaansrecht heeft. Veel mensen zien maar één uitweg uit dit verschrikkelijk niet-bestaan: veel geld verdienen en daarmee levenslang materiële bewijzen vergaren die anderen tonen hoeveel je presteert en hoe bijzonder je bent. Maar helaas is er altijd wel iemand met een nóg duurdere auto of een nóg groter jacht. De ultieme status is niet te koop. Wie het toch probeert, wordt een slaaf van geld.

Dat lijkt een droevige gedachte. Maar er is hoop. Volgens de Amerikaanse financieel psychologe dr. Kathleen Gurney, oprichtster van de Financial Psychology Corporation, is het mogelijk om meester te worden over geld. Ze onderscheidt negen financiële karakters: de zekerheidszoeker, de ondernemer, de optimist, de jager, de streber, de perfectionist, de ploeteraar, de statuszoeker en de geldmeester. Alleen het laatste type is op geen enkel punt de slaaf van geld. Ook u kunt dat bereiken, meent Gurney. Mits u aan de volgende vijf geldmeester-voorwaarden voldoet. Een geldmeester ontkent het belang van geld niet, maar zal het ook niet overdrijven. Hij ziet in hoe geld hem beïnvloedt en andersom. Hij beschouwt geld niet als een doel op zich, maar als een beloning voor inspanningen. Hij heeft geld onder controle in plaats van andersom. En tot slot verschaft geld hem plezier, tevredenheid en zekerheid. Als u dit voor elkaar krijgt, komt geld volgens Gurney vanzelf naar u toe, maar dan wel als uw dienaar in plaats van meester. Dat lijkt me het proberen waard.

Remedies tegen statusangst

De Zwitsers-Engelse filosoof Alain de Botton noemt vier levenswijzen die de mens kunnen verlossen van statusangst.

  1. Put troost uit de kunst. Wie onze maatschappij treffend ziet uitgebeeld of bekritiseerd in literatuur, theater, film of beeldende kunst kan ons leven en onze maatschappij beter relativeren.
  2. Verdiep u in de filosofische en politieke ideeën achter onze levenswijze van materialisme, ondernemerschap en meritocratie. En vraag u af: is dit ideaal?
  3. Verdiep u in het Christendom, omdat deze religie spiritueel succes hoger aanslaat dan materieel slagen.
  4. Ga artistiek of afwijkend leven, zoals de bohemien uit de negentiende eeuw, die zich bewust afscheidde van zijn ‘burgerlijke’ medemens.