Nederland is wereldkampioen particuliere schulden. Alle huishoudens samen torsen voor totaal 742 miljard euro aan kredieten, leningen en vooral woninghypotheken. Dat is maar liefst 110 procent van ons bruto binnenlands product. Dat doet geen land ons na.

Ook vrouwen -vroeger de hoeders van het huishoudgeld- lenen er flink op los. In 2013 bleek uit onderzoek van tijdschrift Viva dat maar liefst een derde van de vrouwen kampte met financiële problemen. En volgens een recente studie van het Britse Insolvency Service bleken Britse vrouwen vorig jaar voor het eerst vaker problematische schulden te hebben dan mannen. Vooral onder jonge Britse vrouwen was het schuldenprobleem enorm.

Dat kan ook hier gebeuren. Want veel mensen vinden lenen net zo gewoon als een kroketje trekken bij de Febo. Al dertig jaar lang suggereren verkopers, kredietverstrekkers en zelfs de overheid namelijk ten onrechte en ongestraft dat lenen dromen waarmaakt. Daardoor blijven we onbezorgd huizen, spullen, diensten en zelfs beleggingen kopen op de pof. De economie tuft dan lekker door, de schatkistkassa rinkelt en werknemers houden hun baan.

Maar ondertussen is lenen net zo gevaarlijk als een keertje harddrugs proberen: het kost geld, je krijgt er een kater van, en een flinke groep mensen raakt er blijkbaar aan verslaafd. Dat laatste valt af te leiden aan het onderzoek ‘Huishoudens in de rode cijfers 2015’ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Al bijna één op de vijf Nederlandse huishoudens kampt met risicovolle of problematische schulden. Anders gezegd: zo’n 1,4 miljoen Nederlandse gezinnen kunnen hun rekeningen niet of nauwelijks meer betalen.

Dat is een ramp, zo blijkt uit –ook een rapport- ‘Onoplosbare schuldsituaties’ van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Want schuldenproblemen veroorzaken stress, lichamelijke klachten, familieruzies, relatieproblemen, criminaliteit, meer suïcide en een ton aan maatschappelijke kosten per probleemschuldenaar. Want als je schulden hebt, betaal je je ten eerste blauw aan rente. En komt er dan een (persoonlijke) crisis, dan red je het niet meer, moet je extra lenen en groeien je schulden nog verder. Mensen mét geld daarentegen komen elke crisis door. Sterker: ze verdienen op hun geld, bijvoorbeeld door het te beleggen. En zo vergroot de schuldenmaatschappij de ongelijkheid tussen arm en rijk. En die ongelijkheid zorgt weer voor extra hoge schulden en problemen bij schuldenaren.

En toch hoor je geen politicus morren over de particuliere megaschuld van 742 miljard euro (twaalf procent meer dan toen de kredietcrisis begon). Integendeel. Want een schuldtoename wijst op koopbereidheid en dus op vertrouwen. Opgelucht constateren kooplieden en Kamerleden dat de kopers weer in de rij staan voor woningen in de hoofdstad (al staan nog een miljoen huiseigenaren onder water). En dat we weer gaan shoppen. Maar al die consumerende en lenende vrouwen, mannen, gezinnen, studenten en gepensioneerden weten niet dat zij het kanonnenvoer zijn dat onze economie draaiende houdt.

En wiens schuld is dit? Dat doet er niet toe. Want één ding is zeker: van een schuld krijg je altijd zelf de schuld. Of je nu vrouw bent of man, slim of minder slim, ziek of gezond, een geluks- of pechvogel: Jij bent degene die geleend geld ooit met veel rente terugbetaalt.