Wie geld bezit, heeft vrienden bij de vleet, is de ideale huwelijkspartner, een geliefd familielid en een welkome klant. Maar niet iedereen heeft het goed voor met je fortuin. Dat blijkt keer op keer. Neem het onthutsende onderzoek afgelopen voorjaar door het FD naar beleggen in ‘lauwe’ en ‘warme’ grond. Dat zijn lapjes bos-, natuur- of agrarische grond, waarvan de aanbieders beweren dat een gemeente erop wil gaan bouwen, waardoor de waarde spoedig explodeert. Duizenden particulieren hebben hier de afgelopen tien jaar totaal zo’n 700 miljoen euro in gestoken. Samen bezitten ze nu 27.000 kaveltjes van elk 100 tot 1.000 vierkante meter. Maar op al deze lapjes ‘hete’ grond blijkt nog nooit iets te zijn gebouwd. Gemeentes hebben geen interesse wegens het versnipperde eigendom, de prijs of domweg omdat er niks te bouwen valt in een krimpgebied. Ondertussen zijn de grondhandelaren binnen. Ze kochten de grond voor zo’n 4 euro per vierkante meter en verkopen het voor bijvoorbeeld 28 euro, 90 euro of zelfs 150 euro. Gloeiendhete winst dus op ijskoude grond.

Het is niet de eerste keer dat beleggers massaal worden bedot. Ook zal het niet de laatste keer zijn dat hun financiële goochelaars -pardon aanbieders- ongestraft hun gang kunnen gaan. Het beetnemen van particulieren draait namelijk om drie simpele principes en één voorwaarde. Verzin ten eerste een belegging die minimaal een decennium -liefst langer – loopt. Zorg ten tweede dat je aanbod buiten het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) valt. Breng dan particulieren – liefst telefonisch of op een bijeenkomst – het hoofd op hol met een verzonnen, maar potentieel geweldig rendement. De voorwaarde is dat je verkopers zonder geweten inzet.

We worden nooit bedrogen: we bedriegen onszelf. Johann Wolfgang von Goethe, Duits schrijver en dichter (1749-1832)

Dat gebeurde ook bij zo’n 20.000 goedgelovigen die tussen 1989 en 2006 geld overboekten naar een teakhoutfonds. Ze vielen als betonblokken voor een beloofd rendement van 12 tot 23 procent per jaar, en investeerden tezamen pakweg een half miljard euro. Zelfs verzekeraar Ohra tuinde tijdelijk in dit beleggingsmirakel en bakte er de Teakwood Rendementspolis van, waar ook het Wereld Natuur Fonds zijn naam aan verbond, en die in paginagrote krantenadvertenties werd gepromoot. Tot men op de vingers werd getikt. Zowel teak- als grondbeleggers kunnen hoogstwaarschijnlijk fluiten naar hun geld. Hadden ze dat kunnen voorkomen? Of belangrijker: kun jij zoiets voorkomen? Absoluut, mits je tijdig bij zinnen komt. Dat lukt door jezelf, voor je geld stort, altijd één cruciale vraag te stellen. Die hamvraag luidt: “Als de aankoop van een lapje grond, stukje teakplantage, vakantieparkchaletje of wat dan ook, zó fantastisch gaat renderen, waarom leent de organisator dan geen flink bedrag bij zijn bank en investeert zelf? Ineens snap je dan waarom hij daar geen trek in heeft: Omdat niet de aangeboden belegging, maar jij de grote winstmaker voor hem bent.