Op datingsites promoten veel vrouwen zichzelf als onafhankelijk, ondernemend, intelligent en speciaal. Daar zit iets in, want van de Nederlandse vrouwen heeft tegenwoordig 35% een hbo- of wo-diploma, tegen 34% van de mannen. Desondanks zijn vier op de tien dames economisch niet zelfstandig, blijkt uit de tweejaarlijkse Emancipatiemonitor. Van de mannen is dit maar 21%. Oorzaak: maar liefst 40 procent van de vrouwen gaat na de geboorte van hun eerste kind minder of helemaal niet meer werken. Hun kerels werken juist stug door. Zowel voor als na de geboorte zwoegen vaders gemiddeld 40 uur per week.

Dus wat nou onafhankelijk, ondernemend, slim en zelfredzaam, lady’s? Alle opleidingen, kinderopvang, gelijke rechten en politieke inspanningen ten spijt, lijken veel vrouwen met hun linkerhersenhelft –de rationele kant- in deze eeuw te leven, terwijl de rechterkant van hun brein –het gevoel- in 1950 is blijven steken, toen de man bijna vanzelfsprekend de kostwinner was. Vandaar dat een waar leger hbo- of academisch geschoolde mama’s dagelijks op schoolpleinen wacht tot hun kroost naar buiten komt, dag in dag uit lunch en diner bereid voor hun minigezin, en hun kleintjes eindeloos escorteert naar sportclubjes en muzieklessen. Zo’n hectisch, maar onbetaald bestaan lijkt dwaas. Deeltijddames verdienen immers relatief weinig, bouwen niet aan eigen werkervaring en pensioen, en geven hun levenswijze ook nog door aan de volgende generatie: deeltijdmoeders baren deeltijddochters.

De emancipatie van de vrouw zal pas werkelijkheid zijn als we in de krant kunnen lezen dat een verstrooide vrouw haar man per ongeluk bij een benzinestation heeft laten staan. William E. Vaughan, Amerikaans columnist en schrijver (1915-1977)

Waarom springen hoogopgeleide moeders zo laconiek om met hun capaciteiten en carrièrekansen? Is het gemakzucht? De zorg voor kinderen? Of worden ze gediscrimineerd? Om al die dingen lijkt het niet te gaan. Er is steeds meer bewijs dat de ongelijke economische positie van vrouwen helemaal niet draait om emancipatie. Het gaat om geld. In de rijke landen is de aard van werk voor hoogopgeleiden veranderd door digitalisering, globalisering en flexibilisering van arbeid. Hoogopgeleiden in accountancy, advocatuur, financiën en management zijn tegenwoordig altijd en overal bereikbaar. Ook vechten ze vaak keihard voor hun positie, want het is up or out. Dat heeft ook een financiële kant. Uit sociologisch onderzoek blijkt dat wie meer dan 50 uur per week zwoegt per uur 8% meer opstrijkt dan collega’s die 35-49 uur draaien. In de hoogste functies is dit winner takes all-effect nog (veel) sterker.

Dus wat doet een ambitieus, hoogopgeleid koppel ouders? Dat wat het meeste oplevert. En dat is dat de ene partner – vrijwel altijd de man – wekelijks 60 tot 80 uur werkt, terwijl de ander – doorgaans mevrouw – de zorg voor het gezin combineert met deeltijdarbeid. Dit winner takes all-effect doet teniet wat vrouwen door hun hogere opleiding aan carrièrekansen hebben gewonnen. En zo veroorzaken nieuwe arbeidsvormen en -mores oude vormen van ongelijkheid.