De economie is van ons allemaal. Van de wereldleiders, de beursgoeroes en multinationals, maar ook van horeca-bazen, winkeliers, zzp’ers, beleggers, gepensioneerden, vaste en flex-arbeidskrachten, en alle anderen die bijdragen aan de economie. Soms doen we dat optimistisch en soms met angst. Want ons wel en wee in de globale markteconomie lijkt wel wat op leven op een slapende vulkaan. Naarmate de vuurberg zich langer stilhoudt, gaan we denken dat welvaart en geluk tot in de hemel groeien. We consumeren, reizen, lenen, beleggen en verdienen ons suf. Totdat iets zand in de machine strooit. In 2008 was dat de kredietcrisis. En in 2020 schokt Covid-19 de wereldeconomie. Wat gaat dit betekenen voor jouw geldzaken? Een duidelijk antwoord valt nog niet te geven. Wel heeft elke crisis een begin, een eind en mogelijk vergelijkbare gedragsfases en risico’s. Bij de kredietcrisis ging dat zo.

Zomer 2007 stagneerde de Amerikaanse huizenmarkt. Banken bleken talloze (arme) Amerikanen onbetaalbare hypotheekleningen te hebben aangesmeerd. Er ontstond een kredietcrisis. Aanvankelijk leek dat voor Nederlandse consumenten een ver-weg-probleem. Totdat het Amerikaanse Lehman Brothers half september 2008 op de fles ging. Ook andere banken dreigden als dominostenen horizontaal te gaan. Vanaf eind september 2008 daalden de effectenkoersen wereldwijd met tientallen procenten. De overheid redde Fortisbank met miljarden euro’s, en de IJslandse spaarbank Icesave ging kopje onder. Dat laatste lot trof DSB Bank een jaar later.

Elke crisis is een geschenk van het lot aan de creatieve mensen. Stefan Zweig (1881-1942), Oostenrijks schrijver en journalist.

Toen zat de angst er goed in bij de Nederlandse consument. Waar is mijn spaargeld nog veilig? Wat betekent de kredietcrisis voor mijn pensioen, mijn baan, mijn vermogen en mijn woonhuis met hypotheek? Er heerste verwarring over depositogaranties en achtergestelde spaarsaldo’s. Er waren zelfs mensen die hoopten dat hun (hypotheek)schuld zou oplossen als hun bank verdween. Het consumentenvertrouwen zakte, en de huizenprijzen begonnen aan een jarenlange afdaling. Tussen 2008 en 2013 slonken de verkoopprijzen 20%. 1,3 miljoen woningeigenaren kwamen ‘onder water’ te staan.

In elke crisis vallen lijken uit de kast. In 2008 bleken de reserves van banken flinterdun en de geldbranche een ongereguleerde jungle. Er kwamen claimclubs van divers allooi, en hysterische youtube-films over de ‘meltdown’ van ons geldsysteem. In de verwarring mochten opportunisten en lijkenpikkers in talkshows hun ‘oplossingen’ promoten. Je zou goudstaven moeten kopen, want onze eurobiljetten zouden roemloos eindigen als wc-papier. Dat bleek onzin, en uiteindelijk volgde de afrekening. Er kwam een lawine aan regels voor de geldbranche, de effectenbeurzen stegen weer, en later ook de huizenprijzen. We vergaven en vergaten. We consumeerden, verbouwden, reisden, belegden, leenden en verdienden als vanouds. En zo dommelden we weg op onze slapende vulkaan. Tot covid-19 ons ruw wakker kuste