‘De vier gevaarlijkste woorden bij beleggen zijn: Dit keer is ’t anders’. Deze uitspraak van de Britse voormalige fondsmanager en belegger John Templeton (1912-2008) is een waarschuwing aan nieuwbakken beleggers. Want op de aandelenbeurzen herhaalt de geschiedenis zich keer op keer. Als de economie floreert en de effectenbeurzen juichen, lijkt beleggen een loterij zonder nieten, en groeit het aantal particuliere beleggers als kool – zoals nu. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) waren eind 2022 maar liefst 1,9 miljoen Nederlandse huishoudens actief bezig met beleggen in aandelen, obligaties en beleggingsfondsen. Dat is ruim zestig procent meer dan in 2013, toen de nasleep van de kredietcrisis beleggers huiverig had gemaakt.

Het is niet de eerste keer dat hordes Nederlanders in de greep van het beleggingsvirus zijn. Ook rond 1997 werd beleggen, na jarenlange economische groei, stijgende lonen en beurskoersen, razend populair. Beleggen leek toen ideaal voor iedereen, zelfs voor mensen zonder geld. Je belegde ‘gewoon’ de overwaarde van je huis, kocht een peperduur aandelenleaseplan of liet je een woekerpolis aansmeren. En dan maar slapend rijk worden, zo luidde het verkoopverhaal. Maar vanaf 2000 zakten de effectenkoersen jaar na jaar na jaar. Die ontwikkeling plus de torenhoge productkosten stortte miljoenen aandelenleasebeleggers, woekerpolishouders en huiseigenaren met beleggingshypotheken in het financiële ongeluk.

Ik zal je zeggen hoe je rijk wordt. Sluit de deuren. Wees angstig als anderen hebzuchtig zijn. Wees hebzuchtig wanneer anderen angstig zijn. Warren Buffet (1930), Amerikaans zakenman en investeerder.

Ook nu zitten de beurzen, afgezien van een paar dips, alweer jaren in de lift. Gaan ze dan dus spoedig weer flink dalen? Niemand kan het weten. Aandelenkoersen lijken wel wat op hoogbouwflats in een aardbevingsgebied: je weet nooit hoelang ze fier overeind blijven of wanneer de kans bestaat dat ze dramatisch instorten. Beleg dus alleen voor de lange termijn, anders is het gokken. Althans, als beleggen voor jou echt verstandig is. In zeker vijf gevallen is sparen altijd beter, al is de rente nog zo laag. Zo is beleggen onverantwoord als je geen buffer aan direct opneembaar spaargeld hebt om een financiële domper op te kunnen vangen. Ga ook niet beleggen met geld dat je binnen vijf jaar beslist nodig hebt, bijvoorbeeld voor een opleiding of een reis. Want stel er komt een beurskrach, dan ben je mogelijk de helft van je reserves kwijt.

Ten derde kan het zijn dat je al genoeg belegt, bijvoorbeeld omdat je in een pensioenfonds zit. Pensioenfondsen beleggen een flink deel van hun vermogen in aandelen. In het aanstaande, nieuwe pensioenstelsel loop je daarover wat meer risico dan nu. Misschien dan toch liever sparen? Ook moet je niet beleggen als je schulden hebt. Stel je hebt hoge hypotheeklasten. Als je daarnaast gaat beleggen, beleg je eigenlijk met geleend geld. Als dan zowel de huizen- als de aandelenprijzen zakken, verlies je op twee fronten vermogen. Nog een laatste reden om niet te beleggen is dat je er nerveus van wordt. Laat je niet opjagen. Het is jouw geld. Jij maakt uit of je liever spaart. En soms, als de aandelenbeurzen weer eens dalen, blijkt trouwens dat die keuze een meesterzet is geweest.