In 1958 lanceerde Norbert Schmelzer, de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties, de Jeugdspaarwet. Op basis hiervan mochten 15- tot 20-jarigen jaarlijks een bedrag sparen op een Zilvervloot-rekening bij een bank –in 1976 was dat maximaal 480 gulden. De Staat verhoogde het eindsaldo op je twintigste met een premie van tien procent. Zo kon een jongvolwassene een leuk kapitaaltje van een paar duizend gulden vergaren.

In 1992 belandde de Jeugdspaarwet in de prullenbak. Sparen was uit; kopen, genieten en lenen was in. Zowel burgers als bedrijven deden hier als dolle honden aan mee. En zo ontaardde dit modeverschijnsel in de huidige consumptie- en schuldenmaatschappij. Niet alleen volwassenen, maar ook hordes jongeren grossieren tegenwoordig in de schulden. Volgens het Nibud heeft 37 procent van de mbo’ers van 18 jaar en ouder momenteel een schuld, terwijl één op de vier van hen achterloopt met het betalen van rekeningen. Veel voorkomende schuldeisers van jongvolwassenen zijn de zorgverzekeraar, de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau.

Jaarlijks inkomen tweehonderd gulden, jaarlijkse uitgaven honderdnegenennegentig en een halve gulden, gevolg: geluk. Jaarlijks inkomen tweehonderd gulden, jaarlijkse uitgaven tweehonderd en een halve gulden, gevolg: narigheid. Charles Dickens, Engels schrijver (1812-1870)

Juist in onze consumptiemaatschappij is sparen een onmisbare overlevingsvaardigheid. Want aanbieders laten dagelijks honderden ‘unieke koopkansen’ aan je voorbijrazen, terwijl hun verleidingstechnieken onweerstaanbaar zijn als sirenengezang. Wie even niet oplet, ontdekt dat zijn maandinkomen is verdampt als ochtenddauw in de zomerzon. Je ziet maar, hoe je je daarmee redt. Geld is eigen verantwoordelijkheid.

Onze jeugd zou weer moeten leren sparen, maar wie helpt ze daarbij? In 2012 wilde het CDA de Zilvervlootspaarrekening herinvoeren. Maar na de verkiezingen stierf dit plan een stille dood. De overheid houdt sowieso meer van consumeren dan van oppotten, want elke verbraste euro spekt de schatkist met een flink bedrag aan BTW. Ook banken tonen zich geen geboren spaarverleiders. ASN heeft weliswaar de Jeugdspaarrekening met 1,15 procent rente, maar die is bedoeld voor (groot)ouders die willen sparen voor hun nazaten. Daar leren kinderen niks van. Hetzelfde geldt voor het Kinder Toekomstplan van Triodos (0,8% rente).

Best aardig is de Zilvervlootspaarrekening van SNS en Regiobank. Hierop mogen 18-minners jaarlijks maximaal 600 euro inleggen. De bank verhoogt het eindkapitaal op de 18e verjaardag met maximaal 10 procent. Maar die rente hè? Die is 0,35%, en dus geen worst die kinderen tot sparen verleidt. De jeugd wil, net als bankiers, een bonus plus een dikke winst. Sticht daarom een eigen papa- of mamabank, die jaarlijks een royale 5 tot 10 procent spaarrente biedt. Beloof je kroost daarnaast een vette bonus over het eindsaldo op hun 18e of later. Reken maar dat ze gaan sparen als gekken. Doe zelf ook maar mee, want op de einddatum zal je voldoende liquide moeten zijn om de saldo’s te kunnen uitbetalen.