Nooit was een generatie ouderen zo rijk als onze babyboomers. De helft van de Nederlandse 65-plussers bezit, inclusief hun eigen huis, meer dan een ton. Elf procent bezit zelfs meer dan half miljoen euro. Maar tegelijkertijd telt deze generatie een groeiend aantal dementerenden, digitale nitwits, zieken en eenzame weduwen en weduwnaars met weinig tot geen financieel benul, maar wel bezittingen en spaargeld. Die rijkdom trekt gelukszoekers en graaiers zoals mestvliegen afkomen op een hoop stront.

Eén vorm van graaien is financieel misbruik of uitbuiting van ouderen door bekenden. In ons land overkomt dat jaarlijks zo’n 35.000 ouderen – meestal vrouwen. Bijna altijd is de dader een familielid. Een kleindochter steelt bijvoorbeeld contant geld of sierraden van oma, of betaalt bedragen met haar bankpas voor zichzelf. Er zijn zelfs mensen die hun hulpbehoevende (groot)ouder afpersen of dwingen tot een testamentwijziging. Soms wordt een oudere financieel zo uitgekleed dat probleemschulden ontstaan.

Er is één manier om erachter te komen of iemand eerlijk is, vraag het hem! Als hij ja zegt weet je dat het een oplichter is. Groucho Marx, Amerikaans acteur (1895 – 1977)

Maar ook zorgverleners, mantelzorgers of behulpzame buurtgenoten vergrijpen zich weleens aan de rijkdom van dementerende, verstandelijke beperkte of anderszins hulpbehoevende ouderen. Neem het geval Herman Beekhuis. Deze man, met het begripsvermogen van een zesjarige, woonde tot zijn 67e in een zorginstelling. Toen hij in 2014 overleed bleek, tot verbijstering van zijn familie, dat hij ooit een testament had laten opstellen. Daarin had Herman zijn hele vermogen, via de zogeheten Prinsen Geerlings Stichting, vermaakt aan zijn zorginstelling. Het kostte de familie vijf jaar juridische strijd om het testament vernietigd te krijgen. De notaris had onraad natuurlijk moeten ruiken. Maar meer dan eens blijft dit soort malversaties onontdekt.

En dan zijn er nog talloze beroepsoplichters in binnen- en buitenland die het op de smakelijke vermogens van onze 65-plussers hebben gemunt. Ze benadelen ze met babbeltrucs, valse rekeningen, phishing mails of te dure abonnementen. Daarnaast hebben beleggingsfraudeurs in boiler rooms het op financiële naïevelingen voorzien. Telefonisch verkopen ze hun aandelen die waardeloos of nep zijn. Sommige slachtoffers raken er tonnen aan kwijt. Maar veel leed blijft verborgen, want net als bij verkrachting zwijgen gedupeerden vaak uit schaamte of angst. Iedereen kan ooit een hulpbehoevende, demente of eenzame oudere worden. Misschien valt een van je ouders al in die categorie. Geldzaken moet je regelen als je nog bij de tijd bent. Bedenk eens wie je écht kunt vertrouwen, en leg je wensen vast in een testament en een levenstestament. Spoor ouders of bevriende babyboomers aan om digitaal bij te blijven. Ik ken digibeten van nog geen zeventig die nu al niks (willen) snappen van computerveiligheid, wachtwoorden, hun DigiD, en betalen via de smartphone. Zij moeten voor al hun geldzaken vertrouwen op anderen. Dat vergroot de kans dat hun geld ooit het slechtste in een medemens naar boven haalt.