In een ideaal belastingsysteem betaalt elke burger naar draagkracht en heel tevreden precies het juiste mee aan onze maatschappij. Zo’n systeem voelt rechtvaardig, biedt de Staat voldoende armslag én bevordert maatschappelijk gewenst gedrag. Maar in de praktijk is belasting mede het product van verkiezingsretoriek, lobbyactiviteiten, lapwerk en goede bedoelingen (die soms averechts uitpakken). Het resultaat is een lappendeken van belastingschijven, aftrekposten, bijtellingen, toeslagen, vrijstellingen, heffingskortingen, belastingvrije sommen, drempels en grenzen.
Na de verkiezingen komen daar weer nieuwe vondsten bij. De VVD denkt aan een middeninkomenskorting en een fulltimewerkbonus. Het CDA oppert een tijdelijk toptarief voor veelverdieners en minder belasting op spaargeld. De CU wil het eigen huis in box 1 en minder inkomstenbelasting. D66 en Groen Links hopen op een miljonairsheffing, terwijl de PvdA inzet op onder meer een Bernhard-belasting voor huisjesmelkers. Wat dit jou gaat opleveren of kosten, is nog duister. Mede doordat je netto besteedbare inkomen ook afhangt van je consumptiepatroon, burgerlijke staat, woonsituatie, recht op toeslagen en subsidies en je fiscale fantasie. Of die van je belastingadviseur.
Hoe komt het dat een kleine belastingverhoging je tweehonderd dollar kost, terwijl een grote belastingverlaging je dertig cent oplevert? Peg Bracken (1918-2007), Amerikaans schrijfster van humoristische boeken over koken, huishouden, etiquette en reizen.
Mede door het doolhof aan regelingen beleeft iedereen ons belastingstelsel anders. Leef je van een minimuminkomen plus toeslagen, dan betaal je weinig belasting, maar zo voelt het niet. Meer verdienen, kan immers veroorzaken dat je netto-inkomen nauwelijks stijgt, omdat toeslagen wegvallen. Wie geen recht heeft op toeslagen, beoordeelt zijn belastingsituatie vaak op zijn hoogste schijventarief, bijvoorbeeld 37,1 of 49,5%, plus eventueel 5,75% voor de Zorgverzekeringswet. Hoe hoger het totale percentage des te meer een aftrekpost of inkomstendemping loont. Maar helaas kunnen alleen slimmeriken legale, fiscale buitenkansen benutten. Wie gek is op fiscale weetjes of een adviseur kan betalen, haalt voordeel. Maar de groep zonder fiscale knobbel loopt aftrekposten, meevallers, toeslagen en subsidies mis. Soms, zo toont de toeslagenaffaire, word je zelfs geruïneerd. En zo herverdeelt ons fiscale labyrint niet alleen koopkracht van rijk naar arm, maar ook van onwetend naar slim.
In een doolhofsysteem als het onze, is rechtvaardigheid een utopie. Fiscale complexiteit veroorzaakt daarnaast ontevredenheid. Want hoe meer mogelijkheden, des te groter de groep die een voordeeltje kan verliezen. Daarom schreeuwt heel Nederland moord en brand bij elke (dreigende) stelselwijzing, want een korting voor de een is altijd een sigaar uit de doos van een ander. Daarop leggen politici weer noodverbanden aan, die ons stelsel nóg complexer en dus oneerlijker maken. Een rechtvaardig fiscaal stelsel begint juist bij eenvoud. Hulde aan de politicus die dat straks voor elkaar weet te krijgen.
Hoe crisisbestendig ben jij? Test jezelf hier!