De gemiddelde Nederlandse consument is zorgeloos en kooplustig, blijkt uit de laatste meting van het consumentenvertrouwen door Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar helaas: de gemiddelde consument bestaat niet. Ons land telt allerlei huishoudens, van puissant rijk tot zeer arm. Volgens het rapport Armoede en sociale uitsluiting in 2018 van het CBS leeft maar liefst een kwart van de eenoudergezinnen met minderjarige kinderen en van de huishoudens van niet-Westerse afkomst van een ondermaats inkomen.

Miljoenen blijven liggen

Als je huishoudinkomen erg laag is, kun je een beroep doen op een lange lijst regelingen, wetten en voorzieningen. Althans, als je die regelingen en wetten kent. En weet bij welke instanties je voor hulp moet aankloppen. Er is al herhaaldelijk gebleken dat veel minima daar niet goed de weg in weten, waardoor vele miljoenen euro’s blijven liggen. Misschien ben of ken jij een minimum-gezin? Hieronder lees je waarop zoal recht kan bestaan.

Steun van de gemeente

De grootste uitvoerder van steun aan minima zijn gemeentes.  Daar kun je, op grond van de Participatiewet, aankloppen voor algemene en eventueel bijzondere bijstand. Bij het laatste gaat het om onalledaagse, noodzakelijke kosten die niet via een andere regeling worden vergoed, zoals ziektekosten of verhuiskosten wegens een echtscheiding of huisuitzetting. Leef je langdurig van een minimum, dan heb je mogelijk recht op een jaarlijkse inkomenstoeslag of een koopkrachttegemoetkoming. Soms verstrekken gemeentes een Woonkostentoeslag. Dat is een tijdelijke bijdrage om je huur of hypotheek te kunnen blijven betalen nadat je inkomen ineens is gekelderd. Voor zelfstandigen in de knel kan het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 mogelijk uitkomst bieden. Verder verschillen regelingen per gemeente. Google op je gemeente+minima+regeling. Dan vind je bijvoorbeeld een ruim aangevulde collectieve zorgverzekering voor een relatief lage premie, recht op een stadspas, een vergoeding voor zwemlessen of studieboeken voor de kinderen, kwijtschelding van gemeentebelastingen of een klussendienst. Soms krijgt een (zieke) ouder van de gemeente een sociaal medische indicatie kinderopvang ter hoogte van de kinderopvangtoeslag.

Steun via de Belastingdienst

Veel financiële bijstand aan minima loopt via de belastingdienst. Zorgtoeslag is maximaal 94 euro per maand. En huurtoeslag maandelijks maximaal 354 euro voor een alleenwonende en maximaal 309 euro voor samenwonenden. De maximale kinderopvangtoeslag beloopt rond de 95% van de opvangkosten. En een alleenstaande ouder krijgt jaarlijks maximaal 3.101 euro aan kindgebonden budget. Benieuwd hoeveel jij krijgt? Dat ontdek je door een proefberekening te maken. Verder biedt de fiscus de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze heffingskorting (een korting op je belastingaanslag) van maximaal 2.801 euro krijg je als je aan de voorwaarden voldoet. Tot slot de middelingsregeling. Deze kan een belastingteruggave opleveren als je inkomen in een bepaald jaar ineens veel lager is dan normaal. Rekenvoorbeelden en gratis voorbeeldbrieven voor de aanvraag vind je hier.

Overige steun

Bij de Stichting Leergeld kunnen ouders met weinig inkomen een extraatje aanvragen voor hun kind ten behoeve van bijvoorbeeld een schoolreisje, sportclub, balletles of de aanschaf van een (tweedehands) laptop of fiets. En als je een uitkering hebt van het UWV die lager is dan het sociaal minimum heb je mogelijk recht op een toeslag van het UWV op grond van de Toeslagenwet. Voor kinderbijslag kunnen ouders van minderjarige kinderen terecht bij de Sociale Verzekeringbank (SVB). Deze beloopt maximaal € 287,21 per kind per kwartaal, overigens ongeacht het gezinsinkomen. Nog meer armslag kan de Voedselbank opleveren. Verder zijn er in diverse gemeentes goederen- en kledingbanken, waar minima gratis spullen en kleding kunnen uitkiezen. Er is zelfs hulp voor huisdieren van minima. Toch is niet iedereen blij met de huidige mogelijkheden, zo tonen de vele reacties op dit artikel op radartv.nl.